Wanneer een kind inlogt, komt hij/zij terecht in de spelomgeving. De spelomgeving is een wereld met sub-eilanden die allemaal een eigen thema hebben. Wil een speler wisselen van wereld, bijvoorbeeld van Rekentuin naar Taalzee, dan kan dat door rechtsboven op de wereldbol te klikken.
De wereld
De spelomgeving bestaat uit een wereld met een aantal thematische eilanden. De persoonlijke omgeving is te vinden linksonder bij het diamantje. Hier staan de Uitdagingen: superspellen, adviesspellen, advies leerdoelen en een nieuw spel (indien beschikbaar). Een teller boven het diamantje geeft aan hoeveel Uitdagingen er te vinden zijn voor de speler. Als er een Uitdaging gespeeld is, dan vermindert het aantal van de teller maar het spel blijft nog wel in het overzicht staan.
Daarnaast zijn alle spellen verdeeld over de thematische eilanden. Bij de spellen die een Uitdaging zijn staat in de wereld ook een diamantje. Welke spellen speelbaar zijn in de wereld is onder andere afhankelijk van de gebruikte spelinstelling. Als een spel (nog) niet speelbaar is staat er een slotje bij de spelnaam.
Scores per spel
Als de speler op een spel klikt, komt hij in de spelkaart. De spelkaar toont een korte uitleg over het spel en de behaalde score op het spel. Dit is de vaardigheidsscore van de speler op dat specifieke spel. Deze score loopt van 0 t/m 1000. In Rekentuin en Taalzee refereren de getallen 300, 400, 500, 600, 700 en 800 aan het gemiddelde eindniveau van groep 3, 4, 5, 6, 7 en 8. Deze scores worden ook getoond in de wegwijzer van de speler.
Als een speler ook de moeilijkste opgaven in een spel beheerst, verschijnen er één, twee of drie op de spelkaart. Dit betekent dat er nog wel voldoende moeilijke opgaven zijn om te oefenen, maar we raden aan om te oefenen met andere spellen waar de score lager is en er dus meer te leren valt.
Makkelijk, standaard of uitdagend?
Dankzij het volledig adaptieve systeem wordt het niveau van de opgaven automatisch afgestemd op dat van de speler. Daarnaast kan een speler kiezen voor makkelijkere, standaard of uitdagendere opgaven. Dit doet hij door te klikken op de moeitemeter, te vinden rechtsonder bij de avatar. De keuze beïnvloedt de hoeveelheid moeilijke of makkelijke opgaven en het aantal muntjes dat de speler kan verdienen. Bij moeilijke opgaven verdient hij tweemaal zoveel muntjes. Bij makkelijke opgaven verdient hij de helft zo weinig muntjes. De gemiddelde instelling levert een gemiddeld aantal muntjes op: zo’n 20 per opgave.
De spellen zijn afhankelijk van elkaar
In onze programma’s zijn spellen afhankelijk van elkaar. Dit betekent dat spellen pas zichtbaar zijn zodra er op andere spellen een goede score behaald is. Naarmate de speler beter presteert, verschijnen er meer spellen om te spelen.
Het is ook mogelijk om zelf spellen aan of uit te zetten. Een uitgebreidere uitleg over de zichtbaarheid van de spellen lees je in onze handleiding ‘Zelf de beschikbaarheid van de spellen instellen, hoe moet dat?